Eenheid

Eenheid

Alle woorden die mijn hand ontvloeien zijn verbonden met de draad van de illusie: de beelden aan het begin met de gebeurtenissen aan het einde.

Breekt de draad, dan ontbreekt het hart, de zin, de bestemming. Breek je de draad, dan blijf je dwalen, rondjes draaien in je verbijsteringen.

Stilte

Stilte

Als ik zweef hoog boven
het dak van de aarde.
Boven een vlakte waar
niets anders is dan sneeuw

hoor ik stilte, complete stilte …
helemaal niets is verder te horen.

Niet het waaien van de wind,
niet het ruisen van water,
niet het rumoer van leven.

… Alleen stilte hoor ik …

… Stilte zolang ik zweef …

Grote stilte
van de buitenwereld,
kleine stilte
in de binnenwereld
raken elkaar:
ik word gekend
in hart en ziel.

En dan opeens en onverwacht,
ontsnapt uit een spleet in het ijs
geluid van murmelend water:
bron van alle leven.

Water dat een leven
heeft te gaan voordat het
zijn bestemming bereikt.

… En verder stilte, alleen maar stilte …

Nu weet ik ook dat ik
volledig stil moet zijn
om te kunnen leven.

Soms is het zo stil

Soms is het zo stil

Als je een bloemknop kunt horen ontspringen,
als je een vis kunt horen zwemmen,
als je hoort dat een gedachte zich vormt,

als je kunt horen dat de vleugels
van een vlinder zich openen,

soms, ja soms is het zo stil.

Dan, als het zo stil is
dat je alles, alles,
ja alles kunt horen,

dan ben je bij de bron van de mensheid,
sta je aan het begin van alle leven,

schepping van de wereld.

Na de dood van een geliefde

Na de dood van een geliefde

Na de dood van een geliefde
rest mij, onder een dun laagje
normaal dagelijks leven,
verdriet en rouw,
herinnering en pijn.

Na de dood van een geliefde,
helemaal niets meer.
Maar ook dan draait de aarde
rond haar as, elke dag weer
de godganse dag lang.

Gedachten blijven,
tollen door mijn hoofd.
Mijn lief is stil, rust,
ademt niet meer in
of uit.

Sommige dingen …

Sommige dingen …

Sommige gebeurtenissen …
gaan het menselijk
verstand te boven.

Sommige dingen …
kunnen niet,
maar gebeuren toch.

Sommige dingen …
begrijpen wij niet,
kunnen wij niet begrijpen.

Sommige dingen …,
zoals de dood van
één van mijn vrienden,

jong, te jong,
gestorven.
Iemand die net het
leven had gevonden
en had doorgegeven.

Als engel huilt ook zij
bittere tranen,
is zij ons nabij.

Als het leven mij toelacht

Als het leven mij toelacht

Als het leven mij toelacht,
ervaar ik het einde als de eeuwigheid.

Als de dood naar mij knipoogt,
glimlach ik terug: jóuw tijd is al gekomen,
míj krijg je nog niet.

Als de dood haar blik op mij werpt,
geef ik mij over en verdwijnt het licht,
het leven uit mijn ogen.

Als de dood bij mij langs komt,
weet ik waarvoor en waarom.

Het leven stuwt mij
onnavolgbaar in haar richting:
met dodelijke precisie ga ik op haar af.

Altijd een metgezel

Altijd een metgezel

In het leven
heb ik altijd
een metgezel.

De dood volgt mij, waar ik ook ben.
Waar ik ook ben, zij volgt mij daar.

Ben ik vrolijk?
Lach ik haar toe:
‘Jij volgt mij toch?
Kom dan maar mee!’

….

Tot op een dag,
dan volg ik haar:

Ben jij mijn stem,
zeg jij waar te gaan?

Kijk ik om
en heb een lach
naar het leven.

Mierennest

Mierennest

Mijn hoofd is een mierennest.
Talloze gedachten
krioelen door elkaar,
schijnbaar doelloos van hier naar daar.
Zonder richting en enige zin
heeft elk toch haar bestemming.

De tegenstelling buiten ’t nest,
ordelijk en doelbewust
marcheren zij naar hun
einddoel toe om dan, zwaar beladen
met hetgeen zij konden dragen,
terug te keren naar hun oorsprong.

Uit de chaos waaruit zij ontsproten
wordt hun doelgerichtheid tot doelloosheid.

Vermoeid leg ik mij neer

Vermoeid leg ik mij neer

Ik leg mij neer,
moe van alle liefdeloosheid,
onverschilligheid en haat,
waarmee mensen hun weg gaan …
Weg gaan.

Ik leg mij neer,
moe van alle waandenkbeelden,
illusies, luchtkastelen,
die mensen elkaar opdringen …
Dringen.

Ik leg mij neer,
moe van alle haast en drukte
vluchtwegen die mensen gaan.

Ik leg mij erbij neer,
en vlucht.