In het oog van de orkaan

Momenten van stilte (1): In het oog van de orkaan

In het oog van de orkaan
is het stil, doodstil.
De wereld draait en giert
om haar stilte heen.

In de verzengende hitte
van de woestijn
is het stil, doodstil.
De aarde, samengebald
in elke zandkorrel.

In de stilte,
daar waar niets is,
daar is alles.
Daar is je hart
alleen met jou.

Mijn huis

Mijn huis

Waar jouw ogen de ander zien
daar is mijn huis.

Waar jouw hart de ander voelt
daar is mijn huis.

Waar jouw handen de ander raken
daar is mijn huis.

Mijn huis bestaat niet
uit ondoordringbare muren
uit koude stenen
uit harde hoeken.

Mijn huis bestaat slechts
uit ogen die zien
uit een hart dat klopt
uit liefkozende handen.

In zo’n huis
daar ben ik thuis.

Jij bent mij heilig

Jij bent mij heilig

Jij,
Jij, je bent mij heilig.

Jouw ogen die zien het onrecht
aan anderen gedaan.

Jouw stem die alleen zwijgt
om dan onmiskenbaar te spreken
niet meer stil te krijgen
dwingend en gedreven.

Jouw hand, die de slag afweert
hulp en ondersteuning biedt.

Jouw oren, die altijd maar luisteren
de ander zijn verhaal laten zeggen.

Ja jij,
jij bent mij heilig.

In gedachten

In gedachten

In gedachten ben ik altijd bij je
als je gaat de voor mij onbegaanbare weg.

Dit pad, voor jou een strakke snelweg,
die weg, voor mij een struikelpad:
stenen, rotsblokken en kloven
maken mij ’t gaan onmogelijk.

Toch ben ik bij je,
ik klop je aderen, tot in je vingertoppen.
Jij leidt mij, tot in de diepste diepten van je ziel.

Toch ben ik bij je,
stook een vuur van onrust in jouw hart,
laat de vlammen van verlangen oplaaien.

Zo ben ik bij je, bij elke stap
die jouw voeten gaan.

Zo reizen wij samen
voor altijd één.

Diep in rotsen gesleten

Diep in rotsen gesleten

Diep in rotsen gesleten
stroomt de rivier
die jij werkelijk bent.

Stilstaand water, kolkend water,
eeuwigdurend spel,
schijnbaar harde steen.

Water dat verder stroomt,
rots die blijft,
zijn samen één.

Altijd dezelfde,
altijd nieuw,
altijd anders.

Ik drink het water dat jij bent,
geef mij over
dompel mij onder.

Bevochtig mijn lippen
met een druppel
van jouw levensstroom.

Vannacht

Vannacht

Vannacht ontmoette ik
jou in mijn droom.

Vannacht raakte ik jou,
raak jij mij.

Vannacht ontmoette jij
mij in jouw droom.

Vannacht raakte ik jou
voor eeuwig.

Heb jij mij gezien, vrouw?
Heb jij mij bemind, man?

Hebben wij echt elkaar ontmoet,
of was het alleen onze droom?

Vannacht ontmoeten wij,
onze dromen, elkaar, weer?

Jouw hart

Jouw hart

Als jouw hart het mijne raakt
smelten onze zielen samen.

Als jouw hand de mijne streelt,
komt de zin tot leven.

Als jouw geest de vrijheid vraagt
te gaan op voor mij onbegaanbare wegen,

schenk ik je die, in het vertrouwen
van het hart dat wij delen.

De wind voert mijn kus
tot op jouw lippen.

De zon streelt je hoofd, je haar,
de regen verkwikt je, elke dag opnieuw.

Hierin ben ik bij je, warm ik je
voed ik je, bescherm ik je.