De weg naar jouw hart

De weg naar jouw hart
 
Elke weg
een begin, een einde.
 
Wat achter mij is, draag ik bij me
kijk uit naar wat komen gaat.
 
De weg naar jouw hart, geen vierbaansweg.
over toppen, door kuilen, keien.
 
Toch, als ik jouw hart in de verte zie
verlangt ´t mijne snel verder te gaan.
 
Als jouw hart ‘t mijne ontwaart
springt het op, mij tegemoet.
 
Ontmoeten zij elkaar,
gaan zij samen een and´re richting,
eigen toekomst naar elkaar verbergend.

Als jij …

Als jij …
 
Als jij aan hem denkt,
gaan jouw ogen glinsteren.
 
Als jij over hem praat,
wordt je stem zachter, milder.
 
Als jij hem ziet,
springt je hart op van verlangen.
 
Als je weet dat een ander
jou daartoe kan bewegen …
 
Weet dan dat ook jij
die ander kunt beroeren.

Woorden

Woorden

Als ik uit mijn woorden stap
snap ik niets meer van het leven.

Doelloos dwaal ik om en om
mensen zijn mij om het even.

Tot ik jou ontmoet, mijn lief
dan begint mijn hart te kleuren.

Licht, lucht, leven geef je mij
mens tot mens wat zal gebeuren.

Mensen onderweg

Mensen onderweg

Mensen onbemind
met een hart vol liefde
op weg, op zoek, dwalend
door het duister om die ene,
die ander te vinden.

Mensen onbegrepen
met een ziel vol zorgen
altijd onderweg, hunkerend
om een leven te delen
samen verder te gaan.

Mensen onderweg, zovelen
elkaar passeren zonder te zien.
nooit op hun bestemming
hun verlangen, hun hart,
hun visioen drijft hen voort.

Mensen, altijd schuchter – zoekend,
als zij elkaar dan treffen,
hun vraag zien in die ogen
verlangen zich weerspiegelt
in dat vreemd-vertrouwde hart.

Dan zijn zij, soms maar eens,
heel puur bij elkaar, met al
die afgepelde lagen:
alleen dat andere hart
mocht er even onder kijken.

Tekens van jouw volk

Tekens van jouw volk

Jij,
gebrandmerkt door de tekens van jouw volk
ontweken, gewantrouwd, nooit meer thuis
zoekend naar een ankerpunt, vrede.

Ik,
levend in vanzelfsprekendheden
geliefd, vertrouwd, altijd thuis
in de ruimte van mijn beperkte blik.

Jij en ik,
onbekenden die elkaar zoeken
maar beiden angstig voor de ander
voor de dreiging, het onbekende.

In een kus,
zullen onze levens elkaar vinden.
Een blik in jouw, mijn ogen, ons hart
opent deuren naar onze toekomst.

Al die mooie mensen

Al die mooie mensen

Al die mooie mensen,
die vol verwachting
kijken naar elkaar
spreken met elkaar
elkaar ontmoeten
elkaar delen, helen.

Al die mooie mensen,
die vol verwachting
op weg zijn en gaan
naar morgen, hun droom
hun verlangen, blind
voor het geschenk
van het leven, hier en nu.

Al die mooie mensen,
sommigen vol wrok
wat ze niet hebben
gekregen en bereikt.
verbitterd zijn zij
toch mooie mensen.

Al die mooie mensen,
die zijn gekend, gezien
zichzelf hebben verloren,
achtergelaten
in hun ontmoetingen.
Al die mooie mensen,
zijn niet verloren.