Na de dood van een geliefde

Na de dood van een geliefde

Na de dood van een geliefde
rest mij, onder een dun laagje
normaal dagelijks leven,
verdriet en rouw,
herinnering en pijn.

Na de dood van een geliefde,
helemaal niets meer.
Maar ook dan draait de aarde
rond haar as, elke dag weer
de godganse dag lang.

Gedachten blijven,
tollen door mijn hoofd.
Mijn lief is stil, rust,
ademt niet meer in
of uit.

Sommige dingen …

Sommige dingen …

Sommige gebeurtenissen …
gaan het menselijk
verstand te boven.

Sommige dingen …
kunnen niet,
maar gebeuren toch.

Sommige dingen …
begrijpen wij niet,
kunnen wij niet begrijpen.

Sommige dingen …,
zoals de dood van
één van mijn vrienden,

jong, te jong,
gestorven.
Iemand die net het
leven had gevonden
en had doorgegeven.

Als engel huilt ook zij
bittere tranen,
is zij ons nabij.

Als het leven mij toelacht

Als het leven mij toelacht

Als het leven mij toelacht,
ervaar ik het einde als de eeuwigheid.

Als de dood naar mij knipoogt,
glimlach ik terug: jóuw tijd is al gekomen,
míj krijg je nog niet.

Als de dood haar blik op mij werpt,
geef ik mij over en verdwijnt het licht,
het leven uit mijn ogen.

Als de dood bij mij langs komt,
weet ik waarvoor en waarom.

Het leven stuwt mij
onnavolgbaar in haar richting:
met dodelijke precisie ga ik op haar af.

Altijd een metgezel

Altijd een metgezel

In het leven
heb ik altijd
een metgezel.

De dood volgt mij, waar ik ook ben.
Waar ik ook ben, zij volgt mij daar.

Ben ik vrolijk?
Lach ik haar toe:
‘Jij volgt mij toch?
Kom dan maar mee!’

….

Tot op een dag,
dan volg ik haar:

Ben jij mijn stem,
zeg jij waar te gaan?

Kijk ik om
en heb een lach
naar het leven.

Mierennest

Mierennest

Mijn hoofd is een mierennest.
Talloze gedachten
krioelen door elkaar,
schijnbaar doelloos van hier naar daar.
Zonder richting en enige zin
heeft elk toch haar bestemming.

De tegenstelling buiten ’t nest,
ordelijk en doelbewust
marcheren zij naar hun
einddoel toe om dan, zwaar beladen
met hetgeen zij konden dragen,
terug te keren naar hun oorsprong.

Uit de chaos waaruit zij ontsproten
wordt hun doelgerichtheid tot doelloosheid.

Vermoeid leg ik mij neer

Vermoeid leg ik mij neer

Ik leg mij neer,
moe van alle liefdeloosheid,
onverschilligheid en haat,
waarmee mensen hun weg gaan …
Weg gaan.

Ik leg mij neer,
moe van alle waandenkbeelden,
illusies, luchtkastelen,
die mensen elkaar opdringen …
Dringen.

Ik leg mij neer,
moe van alle haast en drukte
vluchtwegen die mensen gaan.

Ik leg mij erbij neer,
en vlucht.

Dwalen

Dwalen

Dwalen wil ik, zien waar mijn voeten gaan.
Gaan waar ik nog nooit eerder ben geweest,

jou ontmoeten die ik nu nog niet ken.
Jou, mij niet omarmd, in mijn hart sluiten.

Ik, mij toevertrouwend aan de aarde.