Als je

Als je

Als je op het gezicht van slechts één mens,
een glimlach tovert,

als je slechts één mens echt ziet
gaan en staan,

als je het hart voelt van slechts één mens.

En je doet dat elke dag,
dan is alleen dat al
een hemel op aarde.

Leven en dood

Leven en dood
 
Jij bracht mij het nieuws
van nieuw leven dat in mij groeit.
 
Voor ik het zelf wist, had jij het gezien,
in de andere glans van mijn ogen.
 
Jij leefde met mij
een heel leven lang.
 
Je vertelde mij over de dood
die jij in m’n ogen zag komen.
 
Leven en dood worden
door jou gezien, gekend.
zonder een enkel woord,
nog voordat ik het weet.

De bron van het leven

De bron van het leven

 

De bron van ’t leven

aan ’t hart ontsproten.

 

Doodsakkers pas bloeien

als tranen gaan vloeien,

 

Een lach zielen laat dromen,

zij tot elkander komen.

 

Een traan vuil verwijdert

uit vensters van de ziel,

 

Het licht vrij haar weg baant,

levende twinkeling.

Verlatenheid

Verlatenheid

 

Overdag de hitte,

die maakt mij kwetsbaar.

 

In de nacht de kou,

die kleedt mij.

 

Als je mij wilt ontmoeten,

is dat je bestemming.

 

Alles wat op aarde beweegt,

niets ervan ontgaat mijn oog.

 

Ik heb je opgemerkt,

lang voordat je mij ziet.

 

Verlatenheid is mijn thuis

een ongenaakbare top mijn toren.

 

Als ik val en niet meer kan

draagt mijn angstschreeuw mij.

 

Eens zal ik mijn kinderen dragen …

Wolken die blozen

Wolken die blozen

De dag ontwaakt,
haar lichte armen
strekken zich tot
ze jou ontmoeten.

Boze wolken blozen
met een verlegen blik
bij een streling door
een enk’le zonnestraal.

Boosheid wijkt voor leven
ontwaakt, ongrijpbaar.

Dan begroet een merel,
vrolijk fluitend,
een nieuwe dag
een nieuw begin
een nieuwe zomer