27. Blog Nieuw-Zeeland: Nogmaals het ‘Lake-District’ van het Zuidereiland – Mount Cook van de andere kant

 

11/15-02-2023

River deep, Mountain high, Lake blue.

Onderweg naar m’n dagje Lake Tekapo mocht ik alvast een blik werpen op Lake Pukaki, het meer waar ik vanaf morgen de volgende vier nachten zou bivakkeren. En deze dag dus een dagje Lake Tekapo. In m’n reisschema had ik gezien dat ik het niet zou gaan redden om straks op weg naar Christchurch de mooie plekjes langs dit meer op te zoeken en mooie (nog mooiere) routes te rijden. Dus vandaag dan wel. 😀 Ik ga maar gauw verder, hoewel ik op dit eerste stopplekje rustig uren zou kunnen zitten (staren).

Voor de ‘lupine van Lake Tekapo’ was ik helaas te laat, die bloeien eerder in het jaar. Ik behielp mij met ‘stapelsteentjes’.
Vanaf Mount John Observatory had ik nog een schitterend, 360 graden uitzicht over de hele omgeving. Leuk om te zien is dat Lake Tekapo volstrekt helder groen/blauw is en het ‘zustermeer’, Lake Alexandrina grijs/bruin van kleur. Beide meren zijn in dezelfde periode ontstaan maar het eerste krijgt zijn toevoer van koud gletscherwater en de tweede krijgt dat niet.

Dit was dan de plek waar ik de komende drie dagen en vier nachten zou verblijven. Ongelofelijk indrukwekkend. Mount Cook National Park was, zoals ik een aantal mensen al vertelde, de ‘Big Bang’ van het opdoen van indrukken voordat ik naar Christchurch zou reizen en vandaar op het vliegtuig naar Nederland zou stappen. De reis langs Lake Pukaki naar dit plekje was ook al bijzonder geweest. De “Ooooohhhhhh’s” en de “Aaaaahhhhh’s” waren in de auto niet van de lucht geweest, niet alleen van mijzelf maar ook van de liftster die ik hiernaartoe had meegenomen. Zij was hier vorige week ook geweest, maar toen was het zwaar bewolkt en regenachtig waardoor zij niets had gezien en het zeker geen goed weer was geweest voor de trail die zij vandaag zou gaan lopen. Vandaag was het het tegenovergestelde en zij vond het grappig een reisgenoot te treffen die er evenveel van genoot als zijzelf.

Voor ik haar had opgepikt, had ik de Clay Cliffs en Lake Ohau al bezocht. De Clay Cliffs zijn min of meer verticaal eroderende rotsen die hierdoor een markante verschijning in het landschap vormen. Aangezien de steen vrij bros is, gaat de erosie snel en levert een ‘kathedraal’ op met omhoog rijzende pilaren.

Lake Ohau was in de buurt en wilde ik gewoon even hebben gezien, ik had er de tijd voor en dat meer kon ik dan ook mooi ‘ontdekken’. In het kader van ‘steentjes stapelen’ heb ik de vingers nagels gegeven. 😀 😃

 

Ik had gehoord dat de camping druk zou zijn/worden en dat het dus verstandig was er vroeg te arriveren. Rond 13 uur zat ik er helemaal geïnstalleerd m’n boterhammetje te eten en zag ik met grote regelmaat nieuwe gasten arriveren. Het was dus een goede tip hier op tijd te zijn. De komende dagen hoefde ik m’n plekje niet meer af, talloze wandelingen hebben hun startpunt hier. Afhankelijk van weer, zin en mogelijkheden heb ik ze voor het uitzoeken.

De wandeling naar Lake Hooker was het op m’n eerste dag in Mount Cook National Park geworden. Na een koude nacht (zes graden) bij een onbewolkte lucht was ik bijtijds wakker en ging ik vroeg op pad. Het zou deze dag een schitterende dag worden, daarvan moest ik natuurlijk profiteren. 😀 De uitzichten op zonovergoten bergtoppen waren onvergetelijk. Bij Lake Hooker (einddoel van een populaire wandeling) waren best wel veel mensen, maar de sfeer was rustig, sereen, niet de opgewonden meute toeristen. Mensen zaten van het uitzicht te genieten, iets te eten of verzamelden ijsblokjes voor de gin-tonic als ze terug zouden zijn op de camping. Of ze maakten, rustig, hun foto’s om de herinnering levend te houden.

Tijdens de wandeling had ik wel gemerkt dat ik de vorige dag m’n linkerknie wat had verdraaid of overbelast bij die gekke Clay Cliffs, dat wordt dus morgen niet het ’tourtje’ van 2200 traptreden naar een uitzichtpunt. Als ik dat wel zou doen zou ik als invalide terug in Nederland terug komen. 😞 😓

De tweede volle dag in Mount Cook National Park hield zich aan de weersvoorspelling, (zwaar) bewolkt met zo af en toe een zonnetje. De wandeling die ik gisteren (bij onbewolkt weer) had gemaakt was vandaag lang niet zo mooi geweest met die laaghangende wolken. De toppen van de bergen waren vandaag niet te zien. Ik hield het op een klein wandelingetje naar het Kea Viewpoint. Wat ik had verwacht, namelijk te worden bedolven onder nieuwsgierige Kea, daarvan kwam niets uit. Geen Kea liet zich zien. De diverse zich uit de gletschers gevormde waterstromen en watervallen waren wel goed zichtbaar en hoorbaar. Zo laag waren de wolken nu ook weer niet … Uit het gerommel dat ik zo af en toe hoorde leidde ik af dat er zich ook wat rotsverschuivingen onder die gletschers voordeden. Gelukkig stond ik ver genoeg weg. 😀

Wel indrukwekkend was het om een lawine in het echt naar beneden te zien komen. Het rommelde de hele dag en zelfs op grote afstand kon ik diverse keren zien hoe delen van de gletscher in stukken en brokken naar beneden kwamen …

Vandaag wist ik het trouwens zeker, die knie moest ik deze dagen niet blootstellen aan 2200 traptreden. 😉 Bovendien, wat heb je er aan als je een dergelijke inspanning moet leveren om op een fantastisch uitzichtpunt te komen en je dan constateert dat je alleen maar wolken ziet, je niet eens je eigen hand kunt zien?  🤔🤔

Terug op de camping ontdeed ik m’n wandelschoenen van anderhalve maand vuil en stof en zette ze in een nieuwe waslaag. Die waren alvast klaar voor de terugreis, zo kon ik met nette schoenen de douane door en werd ik niet als landloper aangezien. Later die dag realiseerde ik mij dat ik hiermee, wellicht symbolisch, het einde van mijn roadtrip van drie maanden door Nieuw-Zeeland markeerde met nog een dag voorspelde regen te gaan, een dag rijden naar Christchurch en twee dagen daar om de auto (m’n trouwe reisgenoot, slaapplaats en ‘huis’ gedurende deze drie maanden) te ontmantelen en mijzelf ‘vliegtuigklaar’ te maken. Het is mooi geweest, goed, rijk aan ervaringen en belevenissen, loutering. Ik had ervan genoten en nu verlangde ik ernaar om mijn geliefden weer te zien, te spreken en in m’n armen te sluiten.

Op de laatste volle, maar ook koude dag op de camping in Mount Cook National Park, met zo af en toe een regenbuitje, deed ik het rustig aan. Geen -uitdagende- wandelingen met 100, 200, 300 of zelfs 2200 traptreden naar een top of uitzichtpunt. Door de ene, geblesseerde knie te ontzien zou ik de andere gaan overbelasten waardoor ik aan beide knieën geblesseerd zou raken, dat had ik er niet voor over. Ik ruimde alvast wat op en was blij met m’n e-reader. Nog voldoende ongelezen boeken stonden er op om open te slaan. Het zou mij niet lukken ze allemaal gelezen te krijgen. Ik had dus nog keuze (genoeg).

Ik at de laatste warme maaltijd die ik nog in de koelkast had staan, opende m’n laatste fles wijn en genoot van het laatste staartje van het vrije trekkersleven. De komende dagen zou ik voor lunch en avondeten gebruik maken van de verschillende etablissementen die ik langs de weg zou vinden. Daaraan was ik mij totnogtoe niet te buiten gegaan omdat ik bijna altijd zelf kookte. Als ik in deze drie maanden vijf tot tien keer ‘buiten de auto’ had gegeten dan was het veel geweest. Tevreden rolde ik ’s avonds m’n bed in, voor de laatste keer in de auto.