26. Blog Nieuw-Zeeland: Langs de oostkust langzaam naar het noorden – langzaam naar de ‘Big Bang’

 

08/10-02-2023

Stay curious and you will travel to the ends of the earth

Bij een temperatuur van 11 graden verliet ik deze ochtend de Catlins. Het had de afgelopen dagen aardig geregend, dus die watervallen zouden er nu goed bij moeten liggen. En dat was ook zo. De waterval met de bijna onuitsprekelijke naam, Purakaunui Falls, kreeg nog een bezoekje van mij. Door een lieflijk bos liep ik er naartoe. Ik hoorde de takken van de bomen kraken en zo af en toe kwam er eentje naar beneden (slechts een tak, geen boom). Niet helemaal ongevaarlijk was het dus. Ook nu regende dat het goot bij de waterval,  terwijl tegelijkertijd de zon op de waterval scheen. Dat gaf wel een heel speciale sfeer.

Nog (na)genietend van het landschap van de Catlins reed ik verder naar Dunedin, een stad met op en top Schotse sferen. Het is ook een grote universiteitsstad, dat kon ik aan alles merken. Ik bezocht er het Otago Museum (wat mij door diverse mensen was aangeraden) en kreeg een goede indruk hoe het Nieuw-Zeelandse landschap op het Zuidereiland in miljoenen jaren is ontstaan en gevormd. Boeiend.

In het museum was ook het fossiel van een 70 miljoen jaar geleden levende Nieuw-Zeelandse dinosaurus tentoongesteld. Toen dat fossiel in 1983 werd ontdekt, gaf dat een schat van informatie op het vroegere leven en ontstaan van Nieuw-Zeeland.

Tot slot ging ik naar een laatste hoogtepunt van deze dag, mijn overnachtingsadres op de renbaan van Dunedin (paardenrennen). Die paardenrennen waren er niet, maar als het goed is wordt er wel elke ochtend getraind. Dat kan ik dan vanuit m’n bed zien gebeuren. Ik ben benieuwd. (Zou ernaar kijken nu ook helpen voor m’n paardrijconditie? Ik vrees van niet, maar blijf natuurlijk hopen. 😀😃)

Met die paardrijconditie werd het hier niets, ik had geen paard gezien. Het was vast veel te koud voor ze, acht graden. Op zo’n moment verlang ik wel naar m’n warme huisje. Dus ging ik maar snel op pad, proberen of ik al weer een beetje het Katendrechtse schiereilandgevoel kon krijgen hier op Otago Peninsula.

  • Tunnel Cove: het verhaal dat hierbij hoort betreft een rijke Lord die voor zijn dochter een veilige toegang tot het strand wilde creëren. Dus liet hij een tunnel dwars door de rotsen graven naar het ‘privé-strandje’, zodat zijn dochter ongestoord haar eigen strandplezier kon hebben. Dit zou al ruim een eeuw geleden hebben gespeeld. Dus of het waar is …, dat weet ik niet.

  • Sandfly Bay kon van mij op een kort bezoekje rekenen. Kort, niet vanwege de zandvliegjes (die waren er niet) maar omdat het zand er daadwerkelijk vliegt. Als je gezandstraald wilt worden of zand in al je poriën wilt hebben, moet je er echt heengaan. Een aanrader. Zo niet, blijf er dan maar weg (maar dan mis je wel de zeeleeuwen en ’s ochtends/’s avonds mogelijk de geeloogpinguïn). 😀
  • Sandymount (Lookout): toen ik er arriveerde regende het dat het goot (bij een harde, snijdend koude wind). Dan ging ik maar eerst even m’n boterhammetjes opeten en wachtte ik even tot de bui was overgedreven, het was toch zo ongeveer lunchtijd (oh nee, aan eten omdat het lunchtijd is deed ik niet 😉).

Veel te kort was ik in Dunedin. Ik zou minstens maanden nodig hebben om de stad en haar omgeving een beetje te leren kennen. Helaas zat dat er niet in, ik moest -en ging- verder noordwaarts langs de oostkust, de jullie al een paar maanden geleden aangekondigde Mouraki Bouders bezoeken. Na een laatste blik op Dunedin Harbour koos ik ervoor om deels een slingerende ‘scenic’ route langs de kust te volgen in plaats van alleen maar Highway. Dat gaf mij de gelegenheid toch nog wat langer van de omgeving van Dunedin te genieten.

Op Shaggy Point bezocht ik de Katiki Boulders. Deze zijn minder bekend dan de Mouraki Boulders maar archeologisch gezien veel belangrijker. Hier werd namelijk in 1983 in een van die boulders het fossiel van die Nieuw-Zeelandse dinosaurus gevonden, 7 meter lang, 65 miljoen jaar oud en geheel intact. Wonderbaarlijk.

Inmiddels weet ik ook hoe deze boulders werden gevormd. Het was het ‘zwaan-kleef-aan’-effect. Rond een kern vormden zich steeds meer lagen totdat de ons nu bekende ronde vorm ontstond. Eigenlijk is het het verpakkingsmateriaal van een mogelijke schat die zich in de kern bevindt. Want die kern waaromheen zich die diverse lagen vormden, kon van alles zijn. Het blijft een verrassing. 😀

En dan eindelijk echt … de Mouraki Boulders. Toen ik begin december de Kouto Boulders op het Noordereiland zag (https://poulgelderloos.nl/06-blog-nieuw-zeeland-whats-going-up-must-come-down/), kondigde ik de Mouraki Boulders al aan. Uiteraard had ik uitgekiend dat het eb was toen ik ze bezocht, anders liggen ze gewoon voor het grootste deel -of zelfs helemaal- onder water. Ik vond ze grappig (een beetje schattig zelfs) en indrukwekkend tegelijkertijd. Het lukte mij zelfs een paar foto’s te maken zonder mensen (of bijna zonder) en dat is ook wel bijzonder want het is en blijft een toeristische attractie waar busladingen mensen naartoe gaan. ‘k Had dus net geluk, zelfs bij eb. 😀

Nadat ik de oostkust had verlaten, reed ik door een vlak agrarisch gebied het noordelijke Lake District aan de oostkant van de Alpen tegemoet. Hier zou ik de komende zes dagen op de verschillende locaties doorbrengen. Niet elk meer is een natuurlijk meer. De eerste meren die ik tegenkwam waren stuwmeren, Lake Aviemore en Lake Benmore. Rijdend langs eerstgenoemde meer zag ik een heleboel eenvoudige campings die ik op m’n optielijst had staan voor komende nacht. Maar ik zag ook dat de harde, koude wind rechtstreeks over het meer op de oever kwam aanwaaien. Inmiddels heb ik het wel een beetje gehad met dergelijke primitieve campings met alleen toilet en koud drinkwater (boil before use) bij koude en winderige omstandigheden en besloot ik door te rijden naar de eerstvolgende (grotere) plaats met een camping met meer (comfortabele) faciliteiten. Als ik over een paar dagen voor vier nachten bij Mount Cook op een camping sta, dan is het in ieder geval simpel. Dus nu nog even twee nachten comfortabel én een playground met springkussen. Joecheee.