23. Blog Nieuw-Zeeland: De ‘Sounds’ – thuis in twee werelden

 

27-01 – 03-02-2023

Kijk uit wat je wenst, dadelijk krijg je het nog. -Nederlandse-wijsheid-

Ik had mij vaak beklaagd over de regen en het gemis aan zonneschijn tijdens mijn roadtrip in Nieuw-Zeeland. Ik wenste dat de regen eens ophield en het zonnetje begon te schijnen. Ik kreeg wat ik wenste, midden in het gebied waar het 200 dagen per jaar regent zat ik bij een strakblauwe lucht en 25 graden, niet één dag, maar bijna een hele week. Het was niet te geloven, het plekje waar het weer het ‘slechtst’ is in Nieuw-Zeeland bracht mij tropische temperaturen en een brandende zon. Maar dat wilde ik toch?

Ik zat hier in Milford Sounds in een zeer luxe onderkomen. Aan het eind van de wereld, toen ik dacht dat simpelheid en eenvoud de boventoon zouden voeren, genoot ik van een heerlijke maaltijd in een luxe restaurant, zeer luxe. Het is de tegenpool van het simpele en eenvoudige leven dat mijn reis over Nieuw-Zeeland over het algemeen kenmerkt. De campings waarop ik vaak overnachtte zijn eenvoudig en hadden alleen enkele basisvoorzieningen (een toilet en koud stromend water, overigens ‘boil before using’). Daar voelde ik mij goed bij en was ik op m’n gemak. Maar deze omgeving, even lekker genieten dat ik verwend werd, daarbij voelde ik mij ook thuis. Eén reis, één roadtrip, twee gezichten. Hoe raakte ik daar verzeild? Het is toch 300 km ver rijden vanaf de camping bij Queenstown, niet naast de deur.

Reed ik de vorige dag in stralend weer langs de oever van de noordelijke kant van Lake Wakatipu, deze dag was alles anders. Ik reed op weg naar de Milford Sound met regenachtig weer langs de zuidelijke arm van dat meer. En zo ziet het er dan uit als het regenachtig en zwaar bewolkt weer is. Voor mij was het goed mij dat ik mij dat realiseerde, voor het evenwicht.

Nadat ik het Lake District had verlaten reed ik door een vriendelijk, ook wel Engels aandoend landschap. Het was een landschap dat ik niet had verwacht, lieflijk en heuvelachtig zonder nog enig zicht te hebben op de ruigheid van het gebied waar ik naartoe reed. Maar ook wel weer grappig om mij zo te laten verrassen. 😀

Bij het betreden van de ’toegangspoort’ tot de Milford Sounds (vanaf daar nog wel 120 km rijden, hoor 😉) was de zon helemaal doorgebroken. Wat kon ik toen lekker in het zonnetje aan de oever van Lake Te Anau m’n boterham opeten. Dat was weer ontzettend geluk hebben. 😀 😃

De 120km-rit naar m’n ‘chalet’ in Milford Sound was overweldigend en werd steeds overweldigender. De “Ooooohhhhhh’s” en “Aaaaahhhhh’s” in de auto waren niet van de lucht. Als je de foto’s ziet begrijp je misschien waarom (en die geven nog maar een fractie weer van de grootsheid).

Tot slot, het uitzicht uit m’n chalet mocht er ook best zijn. Hoe zou dat morgen voelen bij het wakker worden? Vanavond, nadat ik had gegeten in het lokale restaurant, stortten de zandvliegjes zich in volle sterkte op mij. Die dachten ook een lekker maaltje te krijgen. Dat viel hen vies tegen omdat ik -toevallig ?- voor mijn restaurantbezoek een net shirt met lange mouwen en een lange broek had aangedaan. Dienen de meegenomen nette kleren (slechts één setje, hoor) diverse doelen. 😀 😃

Ik had jullie wel eens verteld over de kea, de vogel die als hij de kans krijgt alles wat maar een beetje los zit aan je auto, of los lijkt te zitten, onder handen (snavel) neemt en probeert te slopen. Vanochtend kreeg ik er twee op m’n dak (letterlijk) terwijl ik stond te wachten om door de tunnel te mogen rijden. Maar gelukkig heeft m’n auto het overleefd (denk ik).

Wat ben ik blij met de wandelschoenen die ik hier in Nieuw-Zeeland heb gekocht. Ze lopen inmiddels heerlijk, ik heb prima grip en de steun bij m’n enkels is ook uitstekend. Dat was een goede investering. Onder andere voor de wandeling van vandaag, naar de Key Summit (en verder). Het ‘verdere’ bestond eruit dat ik ben doorgelopen naar een uitzichtpunt op het hier in de buurt bekende Lake Marian. Misschien is een wandeling naar dat meertje spectaculair, van afstand deed het meer mij niets. Wel andere kleine poelen die in een rijke kleurschakeringen van mossen neergelegd leken te zijn.

Ik was bij deze wandeling de grote horde mensen net voor. Op m’n afdaling zag ik ze hijgend en puffend naar boven komen. Ik heb ze een bemoedigend woord toegesproken. 😀😃

Uiteindelijk besloot ik het even rustig aan te doen op de dag dat ik zou verkassen van m’n ‘chalet’ in Milford Sound naar een camping zo’n 100 kilometer terug in de vallei. Daar had ik voor vijf nachten geboekt, maar twee dagen zou ik er al niet zijn wegens een riviercruise op de Doubtful Sound.

Ik vergat bij m’n vertrek van alles, wat er toe leidde dat ik na een kwartier te hebben gereden maar terugging naar m’n chalet om de vergeten spullen op te halen. Tja, voorlopig kom ik hier niet meer in de buurt, dus moest ik het maar gelijk doen.

Een bestelling voor een paar leuke souvenirtjes was wel gelukt, maar met de betaling liep ik vast. En zonder telefoonsignaal kon ik ook niet even bellen om te overleggen en het te regelen. ’t Komt wel goed, maar het vergde even wat creativiteit. Dus …, voorlopig kom ik hier niet meer en laat ik dan nog maar genieten van de omgeving, stoppen op plekjes waar ik nog niet ben geweest, (verscholen) meertjes ontdekken langs de Te Anau – Milford Highway en mij geestelijk gaan voorbereiden op die riviercruise van de komende dagen.

En die camping …. die ligt ook weer op een goddelijk plekje. De dag eindigde daar trouwens met een behoorlijke uitdaging, om zo’n uur of 4 begon het te waaien, hard te waaien. Ik dacht dat het wel windkracht 6 was. Aan het meer leverde dat zelfs een echte branding op. Hoe ging ik buiten eten (klaarmaken) bij deze wind? De sla die ik zou eten, woei van m’n bord en iets verwarmen op een gaspitje in de vliegende wind ….? Deze uitdaging had ik hier nog niet meegemaakt. Gelukkig stoof het hier in ieder geval geen zand. 😀  En over zand gesproken, de zandvliegjes waren ook gevlucht voor deze wind. Dat was dan weer het voordeel.

Twee dagen voor een cruise in Doubtful Sound. Boot-bus-boot, dan rondvaren in de sound voordat we op de boot overnachtten en de tweede dag ik omgekeerde volgorde weer terug. Maximaal 12 mensen, dus een (hopelijk) leuk klein groepje. Al vrij snel had ik kennis gemaakt met drie Amerikanen, twee Hollanders en één boot (de eerste). Op die eerste boot die ons naar de andere kant van  Lake Manapouri bracht zaten ook de dagjesmensen, die mochten later de grote bus in (daar wilden wij ‘overnachters’ echt niet bij zitten 😉).

In het busje reden we met ons negenen op het gemakje (slow-traveling is hier ook het motto) naar de volgende boot met onderweg de diverse fotostops. Vlak voor ons vertrek met de tweede boot installeerde ik mij in m’n cabin, die was toch een stuk comfortabeler dan ik had gedacht (geen vier stapelbedden in een cabin maar een comfortabel tweepersoonsbed).

Onderweg werd gevist (voor ons avondeten, er werd genoeg gevangen), kreeften opgehaald (voor de lunch van de nieuwe groep de volgende dag) en gekayakt (voor de liefhebbers). Voor voldoende eten moesten we dus gedeeltelijk zelf zorgen, we leefden van wat de natuur ons gaf. Vlak voor dinnertime stuitten we nog op een groep dolfijnen. Die lieten we zwemmen …, we schoten alleen een aantal foto’s. Wezenloos mooi om die zo dichtbij te zien zwemmen. De volgende ochtend ging om 6 uur de generator van het schip aan en even later ook de motor, we gingen weer op weg. Tja, ik ben dan wel gelijk wakker, maar dat gaf mij nog de gelegenheid om voor het ontbijt om 7 uur lekker te douchen. De komende twee dagen zal ik zonder moeten doen op de door mij geboekte camping.

Tijdens de nacht op de boot had het geregend (en dat deed het ’s morgens nog steeds), daardoor ‘werkt’ een aantal van de vele watervallen nu wel, … alsof iemand de kraan heeft opengedraaid. 😀😃

Een bewolkte dag waarbij de wolken laag hangen, ook dat is Doubtful Sound. Mooi om beide ‘gezichten’ van deze Sound te hebben gezien, wat dat betreft was het ook weer boffen.

 

Wat te doen op een druppige, maar ’s ochtends (nog) niet echt regenachtige dag als mijn hoofd nog helemaal vol zit met indrukken van de Doubtful Sound? Ik zou nog twee dagen op de camping even ten noorden van Te Anau blijven, een prima plek zonder telefoonsignaal (laat staan internettoegang 😉). Zou ik de volgende serie indrukken over de nog op m’n netvlies staande beelden van de Doubtful Sound heen persen? Niets doen? M’n foto’s uitzoeken van het bezoek aan de Doubtful Sound (ik had zo’n 70 foto’s en 5 filmpjes alleen al van de dolfijnen gemaakt)?  Een bezoek aan de Glowworm Caves in Te Anau voor NZ$100 (€60)? Een dergelijke prijs rekende Hobbiton zelfs bij lange na niet. Een wandeling? Het werd het laatste, maar het wandelingetje in de buurt van de camping naar Lake Mistletoe pakte wel als een heeeeeeeel klein wandelingetje uit, binnen een half uur was ik terug bij de auto. En dan had ik op het viewpoint ook nog eens 10 minuten staan kletsen met een moeder en haar twee dochters.

Met een kop koffie zou er vast wel wijsheid komen, … of meer of minder regen. En als ik dan m’n warme maaltijd gelijk tussen de middag maakte (dit keer eens niet in een windkracht-6-wind), dan zouden de ideeën of oplossingen vast vanzelf komen.

Na het eten nog even m’n boek uit lezend zag ik dat de camping vandaag erg populair was, steeds meer mensen kwamen aanrijden op zoek naar ‘het beste plekje’, al om drie uur… Dat is dan wel het nadeel van een campercar zoals ik heb: als ik wegging was, of leek, mijn plekje ook weer ‘vrij’ en zou een ander er gaan staan en kon ik achter aansluiten als ik terugkwam. Omdat het bovendien ook ‘druppig’ bleef (en naar welke kant zou zich dat dan ontwikkelen?) bleef ik dus gewoon. Later op de middag kon ik dan de foto’s van Doubtful Sound uitzoeken en beginnen ik aan m’n volgende boek. Heerlijk toch zo’n e-reader, ik had voldoende boeken bij me.

De laatste volle dag rond Te Anau trok ik toch maar de stoute (wandel)schoenen aan en ging ik een deel van de Kepler Track lopen (een van de grote tracks in Nieuw-Zeeland). Het  was nog steeds druppig, maar dat mocht de pret niet drukken, vond ik. Ik liep tot Spirit Lake (om wat spiritualiteit op te doen 😉) en zag onderweg de rivier die in The Lord of the Rings de rivier de Anduin is. Ook stak ik een paar hangbruggen over, de ene nog wiebeliger dan de andere, maar het lukte mij ook op de terugweg er veilig overheen te komen. 😀😃

Achteraf gezien was deze dag een dag van timing en op het goede moment op de goede plek zijn. Tijdens m’n wandeling had ik geen spatje regen gehad (wel een natte rug vanwege het toch wel drukkende weer). Het begon pas echt te regenen tijdens m’n lunch in Te Anau, dat zette fors door op weg naar m’n camping, maar daar aangekomen brak het zonnetje al door de wolken heen. Wat de weergoden voor de rest van de dag ook nog in petto hadden, ik hoefde in beginsel de auto niet meer uit en kon mij geheel binnen bedruipen. Ik mocht echt tevreden zijn over deze laatste dag in het Fjordland.

Tot slot nog een uitsmijter voor deze dag. Was het de vorige dag op deze camping al vroeg beredruk, deze dag is het ongelofelijk rustig. Toch merkwaardig. En het waait weer, hard.

De volgende dag sloeg ik de bladzij om en brak er een nieuw hoofdstuk aan, de zuidkust van het Zuidereiland. Daar ging ik proberen de eerste nacht op Monkey Island te overnachten. Welk verhaal daarmee is verbonden, lezen jullie in m’n volgende blog.