Doorgroefd gelaat
Eeuwenlang kijk ik al neer
op al het vluchtig leven.
Wind en regen komt en gaat.
Het lijkt mij niet te deren.
Maar ‘k wordt ouder.
Zon en regen
trekken groeven
in mijn leven.
De kracht en standvastigheid,
onderdeel van mijn wezen,
brokkelt langzaamaan
steeds sneller af.
Verspreid liggen
de brokstukken
van mijn lichaam.
Zo’n vluchtig lichaam
weet niet dat ik eens
zonder groeven was.