Dertig dagen lang heb ik gezwegen
Dertig dagen lang
… heb ik gezwegen, niets gezegd.
… alleen maar gekeken, geluisterd.
… heb ik jou gezien, je gevoeld.
Totdat, na dertig dagen,
ik weer ben gaan spreken.
Dertig dagen heb ik jou geschonken.
Dertig dagen,
… om je schaal te legen
… van alle ballast van het leven,
… zodat die schaal van jouw leven
heel je wezen gaat uitstralen.
Dertig dagen,
… om zelf jouw eigen keuzes te maken
… om je eigen weg te vinden
… om anderen te ontmoeten
… om jezelf, mij, te vinden.
Dertig dagen lang
… was ik bij jou.
… was ik jouw reisgenoot.
Dertig dagen lang
… om te worden die je was,
… om te zijn die je bent.