06. Blog Nieuw-Zeeland: What’s going up, must come down
De dag dat ik vanaf mijn overnachtingsadres vlakbij Kerikeri naar de Kauri Coast rijd, bereikte ik het noordelijkste puntje van m’n rondreis. Vanaf nu zou het voorlopig alleen maar zuidwaarts gaan. En ook vandaag zou ik mijn eerste blik op de westkust mogen werpen. Van een aantal Nieuw-Zeelanders had ik al de vraag gekregen hoe ik die westkust zou vinden in vergelijking met de oostkust. Hij zou ruiger moeten zijn, de golven onstuimiger, het zand minder fijn en wit.
En bij Hokianga Harbour kon ik die andere kant goed ervaren. Wilde op de kust kapot slaande golven, een verschil tussen eb en vloed waarmee je echt rekening moest houden. Dat had ik dus niet gedaan bij mijn zoektocht naar de Kouto Boulders, even noordelijk van de Hokianga Harbour. Maar ik had geluk, vlak voordat het vloed werd lukte het mij net om mijzelf te vereeuwigen met de Kouto Boulders. Dit zijn merkwaardige, rond afgesleten stenen die hier op het strand van de westkust van het Noordereiland opduiken. Soms hebben zij aan de buitenkant een bijzonder lijnenspel. Zij zijn de ‘evenknie’ van de Moeraki Bouders van het Zuidereiland (maar daarover veel later in dit verslag van deze roadtrip).
Net als in Noorwegen worden hier veerboten ingezet om de reistijd van de ene kant van de inham naar de andere te bekorten. Ik mag dan wel aan slow-travelling doen, maar een veerboot net missen gaat mij dan toch net even te ver …
Dat geluk kwam mij blijkbaar die dag aanwaaien (met zoveel wind hier kan dat natuurlijk makkelijk 😀. Een minuut voordat de veerboot naar Rawene vertrok (1-uursdienst), kwam ik aangereden en ik kon er nog precies op.
En na die oversteek over ruw water trakteerde ik mijzelf op een koffie met muffin in de plaatselijke bibliotheek/galerie/café. Dan heb ik m’n wekelijkse portie cultuur ook weer gehad. De wijsheid van de dag ontleen ik dan ook aan de tekst die ik in het café op de muur zag staan.
Don’t compare your life to others.
There’s no comparison between the
Sun and Moon.
They shine when it’s their time.
De volgende dag heb ik geloof ik echt een beetje toeristje gespeeld. Deze streek staat bekend om zijn bijzondere Kauribomen. Bomen die duizenden jaren oud kunnen worden en een bijzondere groeiwijze hebben. De stam van deze bomen stijgt namelijk eerst metershoog kaarsrecht naar boven voordat de kruin zich ontvouwt.
Allereerst ging ik naar de Tane Mahuta, de ‘Vader’ der Kauribomen. 14 meter in omtrek, circa 2000 jaar oud. En dan staat hij midden in een bos waar de stilte overheerst. Dat maakt het des te indrukwekkender …
Tane is de zoon van Rangunui, de hemelvader, en Papatuanuku, de aardemoeder. En laat die laatste nu begin van het jaar zijn aangemeerd in de haven voor mijn appartement in Rotterdam… 😀 😃.
Daarna ben ik even verderop het bos ingelopen op zoek naar de ‘Vader van het Woud’. Via een (alweer) indrukwekkend pad met aan weerszijden kaarsrechte kauristammen (alsof ik door een kathedraal liep) vind ik hem. Niet zo hoog als Tane Mahuta, maar met een stamomtrek van wel 16,5 meter ook wel een aardige jongen te noemen. Met z’n leeftijd van 3500 jaar mag dat ook wel. Denk je eens in, deze boom was er al voordat het Romeinse en zelfs het Griekse rijk er was.
Ook indrukwekkend, maar dan op een heel andere manier, zijn de 10 meter hoge varens. Zie je er al eentje in je achtertuintje staan?
De derde dag vertrok ik alweer uit deze regio. Hoewel ik die dag meer dan 360 km naar m’n volgende regio en overnachtingsplek zou reizen, wilde ik op een punt met een mooi uitzicht best wel even stoppen.
De reis ging grotendeels over snelwegen, State Highways, maar stel je daarvan vooral niet teveel voor. Ze zijn maar tweebaans en de uitritten van de huizen die zo af en toe aan weerskanten staan, komen gewoon direct op deze State Highways uit. In Nederland zouden we het gewone provinciale wegen noemen.
Uiteraard kies ik vandaag wel voor de meest ‘scenic route’. Zeker als het maar 15km om is.
In Helensville, ongeveer halverwege de trip van vandaag, hield ik even een Coffee Break. Daarna moest ik een tankstation vinden om de rest van m’n reis van vandaag te kunnen vervolgen (en ik de auto niet hoefde te duwen 😉.
Helensville is de tweede belangrijke plaats waar opnamen voor de Brokenwood Mysteries hebben plaatsgevonden. Eens kijken of ik het gebouw tegenkom dat in de film als politiebureau wordt gebruikt …
Dat lukte dus niet, helaas. Maar wat mij wel lukte, dankzij natuurlijk die Coffee Break 😀, is om Auckland vrijwel zonder problemen te passeren. Tuurlijk het is een grote stad en het is er druk, maar het was gelukkig ook zaterdag waardoor er minder zakelijk verkeer was. Met een vrijwel constant gangetje van 50-80km/uur reed het best wel door en kon ik dankzij m’n eigen TomTom gelijk de goede afslagen nemen.
Dus al met al had ik een hele voorspoedige reisdag. Ik was uitermate tevreden over deze dag, ik had extra gastankjes op de kop getikt en het probleem met m’n watervoorziening had ik opgelost (er zat geen slang in de auto om het waterreservoir aan te vullen, een beetje naïef vind ik dat bij dit concept dat ik vers water en een vuilwatertank in de auto heb heb …). Bij een tuincentrum had ik een korte slang en een aantal extra attributen aangeschaft die mij zouden moeten helpen. Die had ik bij een public dumpstation gelijk uitgeprobeerd. Dat was maar goed ook. Want had m’n vorige camping zelfs een warme douche, op deze camping in de Coromandel is geen water, dat moet je zelf meenemen. En douchen doe je maar in de rivier … Er zijn hier alleen toiletten. Maar het is een machtig mooie plek.
Voor de invulling van m’n basisbehoeften de komende twee nachten zou dat wel moeten lukken.