05. Blog Nieuw-Zeeland: De overeenkomst tussen een waterpas en een oog
Wat hebben een waterpas en een oog met elkaar te maken? Niets, zo op het eerste gezicht. Maar toch …
Vroegere kampeerervaringen hebben mij geleerd dat een kampeerplek zelden recht is. Om echter een goede nachtrust te hebben en niet constant naar beneden te glijden of te rollen, is het namelijk wel handig dat je ‘recht’ ligt. Het is dus altijd een gepuzzel om dat ene rechte plekje te vinden. Om het mij daarin gemakkelijker te maken, heb ik van thuis een waterpas meegenomen. Dan kan ik m’n auto gemakkelijker ‘recht’ zetten was het idee. En dat werkt, de eerste nachten heb ik dankzij de waterpas uitstekend geslapen. Ik heb geen onnodige toeren hoeven uit te halen tijdens mijn slaap. Dat ik daarbij ook wel een timmermansoog heb, is natuurlijk mooi meegenomen.
Maar dit terzijde, de camping waar ik nu terecht was gekomen, straalde zo’n serene rust uit dat ik na de eerste nacht gelijk besloot om hier wel drie nachten te blijven. Die rust had wel een bijzondere oorzaak …
Soms heeft het zo z’n voordelen dat het de afgelopen week veel had geregend, en vanochtend weer. De camping waar ik de komende nacht wilde verblijven, leek vandaag op de site vrijwel helemaal volgeboekt. En vorige week was alles nog vrij … hoe kan dat? Een telefoontje bood mij duidelijkheid, de grond van de camping direct aan het strand is door de vele regen van de afgelopen week zo nat en drassig dat er geen kampeerder kan staan. En inderdaad, alleen als ik er al overheen liep, hoorde ik het soppen. Gevolg, de camping was vrijwel leeg en gasten mochten op de parkeerplaats staan. Normaal is dat ‘derde rang’, maar nu zonder voorburen die het uitzicht belemmerden, stond je er prima. Er was ook nog een klein verhard plekje even verderop met 75% van het uitzicht. Uiteraard ging ik daar voor, want als ik het toch een beetje kan voorkomen, hoef ik niet tussen campers van zo’n kleine 10 meter te staan.
It’s a lovely place.
Op de eerste volle dag dat ik hier was, maakte ik weer een heerlijke wandeling die direct vanaf de camping begon. Weliswaar, door de vele regen, hier en daar behoorlijk ‘wet & slippery’ – ik ben een aantal keren op kont en knieën terecht gekomen – maar als ik hier niet zelf zou zijn, zou ik niet geloven dat dit bestond.
En tja, inmiddels ben ik overstag. De zon is hier zo genadeloos dat ik, zelfs als ik vrijwel alleen in de schaduw zit, compleet verbrand. Ik gloeide helemaal. Ik ben dus aan de ‘zonnebrand’, factor 50 om niet als roodgestoofde kreeft jullie straks onder ogen te hoeven komen.
De tweede dag van mijn verblijf op deze camping maakte ik een uitstapje naar Russell, het oudste plaatsje in Nieuw-Zeeland met een westerse historie. In de begintijd van haar bestaan was het vooral berucht om haar liederlijkheid, wetteloosheid, dronkenschap en prostitutie. Kortom een volledige bandeloosheid (het lijkt wel Katendrecht in vroegere jaren 😀 ). Daarvan is in het nu wel heel rustieke plaatsje niets meer terug te zien.
Aan al het goede komt een einde en na drie nachten aan Puriri Bay vertrok ik weer, op weg verder naar het noorden en naar een nieuwe overnachtingsplek. En onderweg naar nieuwe avonturen.
Via een – best wel – spannende gravelweg die behoorlijk op en neer ging reed ik richting Kerikeri. Onderweg naar Waitangi gaf ik nog een lift aan een ‘local’. Hij was stomverbaasd, “Of all people, I got a lift from a Dutchman!”. Hierdoor was hij toch nog op tijd op z’n werk.
Alles wat met de historie, ontstaansgeschiedenis en de gevolgen van het Verdrag van Waitangi te maken heeft, is samengebracht in het plaatselijke Waitangi Treaty House. Op deze plaats kan – en mag – je voor NZ$60 twee dagen ronddwalen en alle feiten en gebeurtenissen tot je nemen. Kaartjes voor een korter bezoek verkochten ze niet. Dan maar niet wat mij betreft, NZ$60 voor een paar uurtjes vind ik toch wel veel geld. Waitangi is bekend wegens het verdrag dat destijds is gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk en de Maori. Maar ook bekend vanwege de vele onlusten die de schending van dit verdrag door kolonisten (tot zelfs zeer recent aan toe) teweeg heeft gebracht. De gelijkheid tussen de kolonisten en immigranten en hun nazaten enerzijds en de Maori anderzijds moet nog dagelijks bevochten worden.
Eén keer raden, waarom zouden de Rainbow Falls in Kerikeri zo heten? Als je goed kijkt op de foto moet je het kunnen raden. Onderaan de waterval heb ik heerlijk een tijdje in het neervallende water zitten staren en m’n boterhammetjes voor een verlate lunch zitten verorberen. Het was trouwens gek weer deze dag, het ene moment was het 25 graden bij een strakblauwe lucht en het volgende moment kwam de regen met bakken uit de hemel zetten en was de temperatuur even hard gedaald. Oppassen dus met wat ik nog als activiteit zou gaan ondernemen.
Soms – beter gezegd: vaak – is het goed dat ik naar m’n intuïtie luister. Op m’n camping aangekomen wilde ik nog best wel wat ondernemen en er liepen diverse wandelingen direct vanaf de camping het bos in. Het zonnetje scheen en de vele vogels floten elk hun liedje. Dus ging ik op pad en bij de eerste splitsing gaf een wegwijzer aan dat het een half uur lopen was naar een mooi uitzichtpunt. Oké, doe ik. Maar het bospad daalde wel erg sterk. Opeens voelde het niet goed dat ik hier op dit pad liep en ben ik – behalve op m’n gevoel af te gaan – verder zonder direct aanwijsbare reden na een paar honderd meter op m’n schreden teruggekeerd. Bij het andere pad vanaf de splitsing was het na 500 meter hetzelfde verhaal en binnen een half uur was ik weer terug op honk. Flauw? Te voorzichtig? ‘Saai’ zelfs? Nee, want binnen een kwartier na terugkomst trok de lucht dicht en begon het enorm te waaien. Even later kletterde de regen hard naar beneden. Wat was ik blij dat ik niet in m’n uppie midden in het bos over door de regen natte bergpaadjes aan het glibberen was.